Familie: Ranunculaea
Herkomst: Europa, Noord-Amerika, Azië
Bloeiperiode: (april) mei – juni (juli)
Verschillende kleuren (wit, blauw, geel, rood, paars, roze)
Enkelbloemig, dubbelbloemig (clematisvorm, pomponvorm). De bloemen hangen meestal naar beneden.
De hoogte varieert volgens de soort van 10 cm tot 100 cm. De meest voorkomende akeleien voor de border worden 60 tot 90 cm hoog.
Je hebt soorten voor de rotstuin of in pot, voor de border. Voor elke plek in de tuin is er wel een geschikte akelei.
Kruisen gemakkelijk met elkaar en zaailingen kunnen verschillende kleuren en bloemvormen hebben.
Indien u geen zaailingen wenst de uitgebloeide bloemstelen tijdig wegknippen. Het blad blijft het hele verdere seizoen mooi aanwezig (decoratief). De zaden zijn giftig.
Geschikt voor een plek in de zon of halfschaduw of goed gedraineerde tot gewone tuingrond, niet zo geschikt voor zware, natte bodem. Ze zijn volledig winterhard.
Bijen en hommels houden van de bloemen.
Vooral in het (vroege) voorjaar opletten voor kleine, groene rupsen die de bladeren graag eten.
Soms komen naaktslakken eten van de bladeren. Bladmineermot komt soms voor. De aangetaste bladeren wegknippen. Witziekte komt soms voor wanneer de groeiomstandigheden niet optimaal zijn (stress omstandigheden zoals droogte, nat en warm).
Op de kwekerij vind je verschillende soorten akeleien. Van klein tot groot.
